Hoe boeren op de Galapagos eilanden hun paradijs beschermen

De Galápagos eilanden, een eilandengroep op zo’n 1.000 kilometer van de kust van Ecuador, zit boordevol flora en fauna. Deze magische plek is populair bij toeristen en de sector levert veel werk op voor de ruim 30.000 eilandbewoners. Maar de archipel staat voor grote uitdagingen als het gaat om de voedselproductie en het beschermen van het milieu. Heifer Ecuador werkt daarom samen met de boeren en de lokale overheid aan de opbouw van een duurzaam voedselsysteem.

“We moeten niet vergeten dat de Galápagos eilanden Werelderfgoed zijn. Alles wat we doen, dus ook op het gebied van landbouw, moet in overeenstemming zijn met deze erkenning”, zegt Rosa Rodriguez, directeur Heifer Ecuador. Op San Cristobal, een van de vier bewoonde eilanden, zijn 10 kassen gebouwd voor de productie van groenten. In de kassen zijn de gewassen veilig voor ongedierte en boeren zijn minder afhankelijk van het onvoorspelbare klimaat. 

“Dankzij de kassen worden er nu het hele jaar door groenten verbouwd. Ook in de koelere maanden, van mei tot en met september, gaan boeren door met de productie. Dit betekent meer inkomen voor de boeren en een toename in beschikbaarheid van voedsel voor de eilandbewoners.” Zegt Rosa. “Niet alleen de warmte kan worden gecontroleerd. De druppelirrigatiesystemen reguleren ook het watergebruik en gaan verspilling tegen. Vers water is in een gebied zoals Galápagos van groot belang. Niet alleen voor de voedselproductie, maar ook voor de menselijke drinkwatervoorziening,” voegt Rosa toe.

 

Irma Carrión Paz

Binnen 1,5 dag was de kas van Irma klaar voor gebruik. “Ik begon met het planten van koriander, witte uien, sla, paprika, basilicum, watermeloen, snijbiet en komkommer. Nog geen 2 weken later had ik de eerste komkommers al geoogst.”

Galapagos

Elke zaterdag neemt Irma haar producten mee naar de Eating Our Local Foods markt. Deze weekmarkt, opgericht door het Ecuadoraanse Ministerie van Landbouw en Veeteelt, stelt boeren in staat om hun producten rechtstreeks aan de consument te verkopen. Heifer steunde Irma en andere boeren door het leveren van weegschalen, kratten, koelers, tafels en, toen de coronapandemie toesloeg, persoonlijke beschermingsmiddelen.

Irma’s harde werk werpt inmiddels zijn vruchten af. Voor de komst van haar kas verdiende ze zo’n $200 per maand met de verkoop van groenten. Dit bedrag is inmiddels al verdubbeld. “Tot voor kort waren we afhankelijk van het inkomen van mijn man”, zegt Irma. Haar man werkt op een grote boerderij op flinke afstand van hun huis en maakt daardoor lange dagen. “Dankzij de kas verdien ik genoeg om eten te kopen en de elektriciteits- en telefoonrekening te betalen.”