Een volle maag is niet genoeg

Een interview met Fabrice Carbonne over voedselzekerheid

Na 18 jaar te hebben gewerkt in de humanitaire- en ontwikkelingssector, is Fabrice Carbonne als Senior Director
Business Development Azië, onlangs lid geworden van de Heifer-familie. Fabrice woonde de afgelopen 6 jaar in West-Afrika en landde 2 juli samen met zijn gezin op Nederlandse bodem. Een goed moment voor onze collega Eva om eens met Fabrice om de tafel te zitten en te praten over een van zijn expertises: voeding.

Eva: Volgende maand is het Wereldvoedseldag, een internationale bewustwordingsdag waarop we aandacht vragen voor voedselzekerheid. Je hebt door de jaren heen in een groot aantal landen gewoond en gewerkt. Wat is jouw kijk op de situatie van ondervoeding in de wereld? 
Fabrice: In het afgelopen decennium zijn we wereldwijd veel meer voedsel gaan produceren. Maar de paradox is dat het aantal mensen met honger weer is gestegen. Uit een recent onderzoek van de FAO (de Wereldvoedselorganisatie van de VN) blijktdat  er nu tussen de 720 en 811 miljoen mensen ondervoed zijn. Een gigantisch aantal! De corona pandemie heeft verschrikkelijke gevolgen gehad voor het voedselsysteem en kleinschalige boeren. Om een voorbeeld te geven: volgens een studie uitgevoerd door Heifer in Oeganda, zag 90% van de boerengezinnen hun inkomen halveren als gevolg van corona. Vooral kinderen lijden hier onder. Chronische ondervoeding kan namelijk groei- en leerachterstand en orgaan falen veroorzaken.

Eva: Hoe verklaar je dat er wel genoeg eten is, maar er nog zoveel mensen ondervoed zijn?
Fabrice: De beschikbaarheid van voedsel is slechts een deel van het probleem. Er spelen verschillende factoren mee. Is er wel genoeg eten beschikbaar waar jij woont? Krijg je met het eten dat voorhanden is wel alle noodzakelijke voedingsstoffen
binnen? Heb je voldoende geld voor de aanschaf van gezonde producten? Maar ook de toegang tot veilig drinkwater, gezondheidszorg en onderwijs zijn cruciaal. Ik herinner me een gemeenschap in Haïti waar ze in grote hoeveelheden voedsel produceerden. Gezondheidszorg was echter onbetaalbaar voor de armste gezinnen waarvan de kinderen tijdens het
regenseizoen voortdurend ziek waren. Ondanks de beschikbaarheid van voedsel, waren de kinderen toch in slechte gezondheid.

Eva: Waarom zijn juist de kleinschalige boeren het meest kwetsbaar voor honger en ondervoeding?
Fabrice: Tja, dat is weer een paradox. Het overgrote deel van mensen die te maken hebben met honger en ondervoeding leeft op het platteland… waar het voedsel wordt geproduceerd! Maar ze zijn erg kwetsbaar. Het gebrek aan geld, goede materialen
en bruikbare landbouwgrond, gecombineerd met een beperkte toegang tot de markt, maken het verdienen van een leefbaar inkomen zeer ingewikkeld. En vergeet niet, kleinschalige boeren worden het meest getroffen door klimaatverandering en
conflicten in een land. Dergelijke gebeurtenissen zijn ontwrichtend voor zowel de productie als de distributie van voedsel. In het noorden van Senegal zag ik boerengemeenschappen worstelen met het veranderend klimaat. Ze verloren oogst na oogst
door verschillende opeenvolgende droogteperiodes. In zes jaar tijd heb ik daar 3 heftige droogtes meegemaakt, terwijl dit normaal gesproken eens in de 5 of 10 jaar voorkomt.

Eva: Dat er iets moet gebeuren is duidelijk. Hoe speelt Heifer in op deze problematiek?
Fabrice: Meer dan ooit speelt ‘voeding’ een belangrijke rol in ons werk. Primair zijn we er om kleinschalige boeren te ondersteunen bij het opschalen van hun productie en het verhogen van hun inkomen. Een hoger en stabiel inkomen maakt
gezond eten toegankelijk, dat weten we allemaal. Maar ook basisvoorzieningen zoals schoon water, gezondheidszorg en onderwijs zijn elementen die bijdragen aan een gezond voedingspatroon voor het hele gezin. Hier staan we vaak niet bij stil omdat het voor ons vanzelfsprekend is.
Daarnaast is er veel aandacht voor bewustwording. Boerengezinnen worden bijvoorbeeld voorgelicht over wat nu eigenlijk een gezond voedingspatroon is. Vaak zijn ze zich daar helemaal niet van bewust. In workshops leren ze hoe ze bepaalde producten
en gerechten op een gezonde manier kunnen bereiden. Dit doen wij natuurlijk niet alleen. Hiervoor werken we samen met experts op het gebied van gezondheid en voeding. Een mooi voorbeeld van wat voeding met je gezondheid doet is het verhaal
van de Senegelase Khady.

Eva: Laatste vraag! Eerder gaf je aan dat er een link is tussen ondervoeding en onderwijs. Hoe zit dat dan?
Fabrice: Ja klopt. Ik heb een tijd in Indonesië gewoond en kwam vaak in het dorp Timor. De helft van de kinderen in dat dorp was ondervoed. De kinderen die wel in goede gezondheid waren hadden één ding gemeen: hun moeder was beter geschoold dan de moeders van de ondervoede kinderen. Onderwijs voor meisjes blijft zo’n krachtige motor voor economische  ontwikkeling, maar dus ook voor de voedselzekerheid. Vooral voor de jongste kinderen, die het meest worden blootgesteld
aan het risico op ondervoeding.